Ergonomie - Fysieke- en fysische belasting

Het houdings- en bewegingsapparaat (botten, spieren, pezen, banden of gewrichten) geeft de mens de mogelijkheid om een (werk)houding aan te nemen, te bewegen en kracht uit te oefenen op de omgeving. Om gezond te kunnen werken is het nodig dat het werk afgestemd is op de lichamelijke (fysieke) mogelijkheden van mensen. Een te hoge of foutieve fysieke belasting kan lichamelijke klachten veroorzaken.

Fysieke belasting bestaat uit twee componenten. Een energetische en een mechanische. De eerste component heeft betrekking op het feit dat de energievoorziening van het gehele lichaam de beperkende factor is. Je zou kunnen zeggen dat het hart-longsysteem gedurende langere tijd te zwaar belast wordt. Bij mechanische belasting van het houdings- en bewegingsapparaat kunnen botten, spieren, banden en gewrichten overbelast raken. Dit kan leiden tot plaatselijke spiervermoeidheid en problemen met gewrichten, pezen en banden.

Wat doet UCPG in de werksituatie?

Wij zien lichamelijke belasting niet als een geïsoleerd probleem maar als een aspect  van de interactie tussen mens, machine en omgeving. Aan de meting van lichamelijke belasting gaat daarom altijd een meer of minder uitgebreide taakanalyse vooraf. Voor de meting zelf heeft UCPG de beschikking over een groot scala van instrumenten en methoden, variërend van vragenlijsten tot harttesters en EMG-registraties (meten van spieractiviteit).

Afhankelijk van de ernst van het probleem, en altijd in overleg met de organisatie, maken we een keuze. Een veel gehanteerde, en zeer efficiënte, methode is het maken van video-opnames. Hiermee wordt zowel de uitgangssituatie vastgelegd als een mogelijkheid geboden om nieuwe situaties te simuleren.

Het resultaat van dit onderzoek wordt uitgedrukt in grootte, duur en frequentie van de belasting van een werknemer. In combinatie met de uitkomsten van de taakanalyse kunnen de meest belastende momenten in de werksituatie nauwkeurig worden bepaald.

Voor (her)ontwerp van een werksituatie worden twee soorten maatregelen onderscheiden:

maatregelen die gericht zijn op de werksituatie. Het gaat hierbij om het optimaliseren van de taak en werkplek via technische of organisatorische verbetering van de arbeidsplaats; veelal betreft het hier structurele maatregelen.

maatregelen die gericht zijn op de werknemers. Enerzijds gaat het hierbij om voorlichting en training van werknemers, met als doel gedragsverandering met betrekking tot houding, beweging en krachtsuitoefening tijdens het werk. Anderzijds gaat het om het vroegtijdig herkennen van (tijdelijk) verminderde belastbaarheid van werknemers (vroegdiagnostiek, keuringen) en zonodig individuele werkaanpassing.

Welke van deze maatregelen de voorkeur verdient is mede afhankelijk van eisen die de organisatie aan de produktie stelt.

De fysische werkomgeving

Als er problemen in een werksituatie zijn wordt de oorzaak vaak al gauw gezocht in omgevingsfactoren zoals de verlichting, het klimaat, geluidsoverlast en trillingen. Dat heeft twee redenen: ten eerste is in het verleden gebleken dat er inderdaad vaak wel iets aan die fysische omgeving mankeert, ten tweede is een fysisch omgevingsprobleem vaak snel en gemakkelijk te herkennen en te verhelpen. Het nadeel van veel oplossingen is dat de symptomen van het probleem wel bestreden worden maar de oorzaak niet. Een machine die veel lawaai maakt kan meestal heel goed afgeschermd worden. Maar wegen die kosten op tegen een vervroegde investering in een machine die geen lawaai maakt? Of zoekt u de oplossing in oordopjes voor uw werknemers? Nog goedkoper, maar worden ze ook gebruikt en wat kost de controle daarop?

Hoe lost u deze problemen op?

Een goede analyse van omgevingsproblemen begint met een goede meting. Daarbij wordt enerzijds rekening gehouden met taken die in die omgeving uitgevoerd moeten worden, anderzijds met de uitgebreide wet- en regelgeving die we in Nederland op dit gebied kennen. En we beoordelen of klachten van uw medewerkers inderdaad voortkomen uit het gesignaleerde fysische omgevingsprobleem.

De tweede stap is dat we bekijken of het probleem geïsoleerd opgelost kan worden. Voor het verbeteren van werkplekverlichting kun je je vaak beperken tot de werkplek. Voor het oplossen van een probleem met de klimaatbeheersing moet je meestal iets verder kijken. Als we weten waar de oplossing gevonden kan worden maken we als derde stap een voorstel voor die oplossing. Daarvoor is nodig dat u ons vertelt wat de toekomst van de werkplek is: gaat u bijvoorbeeld binnenkort investeren in nieuwe apparatuur, een nieuw gebouw of een verbouwing?